Je wilt een lied zingen, maar het lukt niet omdat je er niet bij kunt. Het lied gaat te laag én te hoog, de omvang is te groot. Oplossing: je kiest een ander lied. De omvang van een lied is dus de laagste tot en met de hoogste toon in dat lied.
Maar ook als de omvang niet te groot is, kunnen er problemen ontstaan. Het lied gaat te laag of te hoog. Dan is de oplossing het lied in zijn geheel hoger resp. lager te zetten.
Transpositie
Als je een lied in zijn geheel hoger of lager zet, heet dat transponeren.
Een voorbeeld: de omvang van een melodie beperkt zich van c' tot g'. Je wilt echter een hoogte van f' tot c''. De hele melodie moet je in dat geval een kwart hoger zetten. Dit is de te transponeren melodie:
Werk op de volgende manier:
1. Bepaal eerst de tonica. Dat is meestal de slottoon van het lied of anders de toon die je het meest een ?eindegevoel? geeft. In deze melodie is dat de toon c.
2. Bepaal daarna de toonsoort aan de hand van de tonica en het aantal voortekens. Bovenstaande melodie heeft geen voortekens, staat dus in C gr.t.
3. Bepaal nu de nieuwe toonsoort. Je wilt van c'-g' naar f'-c'', dat is dus een kwart hoger dan C gr.t., F gr.t.
4. Plaats de juiste voortekens van de nieuwe toonsoort. In dit geval is dat één mol (F gr.t.).
5. Tenslotte, verhoog alle tonen met een kwart.
Dit is de getransponeerde melodie:
Kun je vanuit de vorige bladzijden (toonsoorten in grote terts) het waarom van bovenstaande werkwijze verklaren?
Toevallige voortekens en transpositie
Bij het transponeren kunnen toevallige voortekens soms problemen opleveren. Toevallige voortekens bepalen niet de toonsoort en noteer je dus niet vooraan de notenbalk. Het gaat slechts om een kortdurende afwijking. Blijf daarom bij deze toevallige voortekens altijd uitgaan van de oorspronkelijke ladder. Stel de afwijking van daar uit vast.
Een voorbeeld:
In de toonsoort C gr.t. is de vierde toon van de ladder een f. Komt er toch een fis voor, dan is dit een toevallig verhoogde vierde toon (½ hoger dan f).
Transponeer je nu de melodie naar F gr.t., dan hoort de vierde toon van de ladder een bes te zijn. Dat betekent dat de toevallig verhoogde vierde toon een b moet worden (½ hoger dan bes) en niet een bis!
In het notenvoorbeeld kun je het verschil zien tussen het toevallige voorteken in C gr.t. en in F gr.t.: een kruis wordt een herstellingsteken. Opnieuw een kruis schrijven zou de toon nog eens een keer verhogen van b tot bis. Toevallige voortekens eisen altijd je speciale aandacht!
Bovenstaande tekst (copyright) is afkomstig uit de 2e druk van het boek Muziek, kort en bondig geschreven door Paul Bronkhorst. U mag de teksten, tekeningen en notenvoorbeelden uit dit boek vrij gebruiken, indien u: - deze zonder enige wijziging geheel of gedeeltelijk overneemt; - de bron volledig vermeldt (titel en auteur bij tekstovername, tekenaar bij overname tekeningen); - op geen enkele wijze hieraan verdient of vergoedingen ontvangt (geen readers of enig commercieel belang).