In taal is articulatie de manier waarop je klinkers en medeklinkers uitspreekt of zingt. Iemand met een duidelijke articulatie is goed verstaanbaar en makkelijk te volgen.
In de muziek is articulatie iets heel anders. Plak je de noten aan elkaar of maak je ze los? Dus: in hoeverre zijn de afzonderlijke tonen wel of niet met elkaar verbonden. Dit kun je in de muzieknotatie aangeven met bogen, strepen en punten.
Legato
Als er geen enkele tussenruimte tussen de afzonderlijke tonen klinkt, spreek je van legato. Je plakt de noten als het ware aan elkaar vast. Legato betekent gebonden spel en wordt genoteerd d.m.v. een verbindingsboog.
Portato
Bij het portato ontstaat er een kleine tijdsruimte tussen de afzonderlijke tonen, omdat elke toon in feite iets te kort aangehouden wordt. Portato betekent gedragen spel. Je noteert het portato met punten boven of onder de noten, die door een boog overspannen worden.
Non legato
Non legato laat dezelfde articulatie horen als portato. Non legato betekent niet gebonden spel. In de notatie wordt het non legato aangeduid met liggende streepjes boven of onder de noten.
Staccato
Bij het staccato klinkt er een duidelijke tijdsruimte tussen de afzonderlijke tonen. De tonen zijn ongeveer de helft te kort. Staccato betekent gescheiden en noteer je met punten boven of onder de noten.
Afwisseling
Als je articulatievormen afwisselt, dan werken ze het meest expressief.
Bovenstaande tekst (copyright) is afkomstig uit de 2e druk van het boek Muziek, kort en bondig geschreven door Paul Bronkhorst. U mag de teksten, tekeningen en notenvoorbeelden uit dit boek vrij gebruiken, indien u: - deze zonder enige wijziging geheel of gedeeltelijk overneemt; - de bron volledig vermeldt (titel en auteur bij tekstovername, tekenaar bij overname tekeningen); - op geen enkele wijze hieraan verdient of vergoedingen ontvangt (geen readers of enig commercieel belang).